Naar de bieb zonder doel. Dat moet je dus nooit doen.
Als ik in de bibliotheek ben zonder doel, dan is het net als boodschappen doen zonder lijstje. Dan stap ik naar binnen, kijk ik om mij heen en neem ik vanalles mee wat ik eigenlijk niet nodig heb. In de supermarkt neem ik standaard de verkeerde dingen mee. Dan kom ik thuis met chocolade, kaas, kiwi’s en avondeten voor een week. Terwijl ik die week maar drie dagen thuis ben. Oeps.
Datzelfde gevoel overvalt me in de bibliotheek ook regelmatig. Ik stap ook daar naar binnen, kijk om mij heen, lever mijn boeken in en heb mij thuis voorgenomen alleen het broodnodige mee te nemen. Maar terwijl ik naar de kast met reserveringen wandel, valt mijn oog op de pas gepubliceerde exemplaren. De bestsellers die je -als ze er liggen- twee weken lang mag lenen. En dan gaat het dus mis. Die schaarste die trekt. Ik neem dan ook die boeken mee, terwijl ik daar helemaal geen tijd voor heb. Het gevoel dat ze met een uurtje door een andere boekenwurm weggekaapt kunnen zijn maakt die drang alleen maar erger.
Ik wandel er altijd voorzichtig naartoe. Zet mijn ene voet voor de andere. Twijfel of ik nog achterom zal kijken maar heb per ongeluk al een hele mooie kaft gezien. Een schrijver die ik ken. Mijn ogen zijn al op de eerste letters van de achterflap gevallen. Het papier is geroken.
En dan is het dus te laat.
Vervolgens loop ik met mijn gereserveerde boek, het twee weken te lenen boek en nog twee boeken die ik -Joost mag weten hoe- ergens onderweg nog tegenkwam de deur uit. Om ze vervolgens een paar weken later bijna allemaal weer schoorvoetend, ongelezen en met een soort schuldgevoel in de biebboekenkast te schuiven.
En dat voelt toch vervelend. Alsof je kennis hebt gemaakt met een goede vriend, je daarna meteen een eerste, enthousiaste en vooral veelbelovende samenwerking voor je ziet maar je toch tot de conclusie moet komen dat jullie nu niet goed bij elkaar passen.
De timing is verkeerd.
Ugh.
Nu kan ik natuurlijk mijn bibliotheekabonnement opzeggen. Mij aan een restrictie houden van een aantal boeken per keer. Thuis boeken uit het zicht leggen, zodat ik niet de hele stapel zie. Denken en hopen dat het principe ‘uit het oog, uit het hart’ soelaas kan bieden. Maar daar heb ik alleen een hard hoofd in, omdat ‘uit het oog, uit het hart’ ook in het echte leven helemaal niet werkt.
Jij weet namelijk net zo goed als ik wat er gebeurt als ik je vraag niet aan een roze olifant te denken. Je ziet hem meteen metershoog, prominent en regelmatig in je kamer staan. Met z’n grote felgekleurde poten.
Ik denk dat ik er daarom maar in moet berusten. Ik ben dol op goede vrienden, zelfs al is de timing soms verkeerd.
Of zoiets.