Boeken

De betere (auto)biografieën

Wat moet er in je leven gebeuren voor er een biografie van of over je verschijnt? Moet je daar heel bekend voor zijn, een heel groot ego hebben of een uitzonderlijk verhaal? Ik heb ze alle drie voorbij zien komen. Mijn favoriete biografieën van de afgelopen jaren zet ik graag voor je op een rij.

Game over – Raymond van Barneveld

Van darten ken ik de ‘Oooooone hundred and eighty!‘ en bij de naam Vincent van der Voort hoor ik in gedachten de walk-on song ‘Nananananananaaa Vincent van der Voort, van der Voort, Viiiiiincent van der Voooohoooort’ omdat een vriend mij dat geleerd heeft. Bedankt nog H. En ik ken natuurlijk Barney aka Raymond van Barneveld.

Van postbode tot wereldkampioen. Dat is in vier woorden het verhaal van Raymond van Barneveld, maar geen zorgen dit boek vertelt veel meer. Jasper Boks beschrijft het leven van Van Barneveld in fascinerende anekdotes, sprekende voorbeelden.

Over zijn privéleven, zijn carrière en de keuzes die hij in beide maakte. We lezen over de successen en het falen maar ook over bijvoorbeeld de overval die plaatsvond terwijl zijn (destijds) vrouw Silvia thuis was. Ik voelde bij het lezen van die gebeurtenis de rillingen door heel m’n lijf.

Fijn geschreven boek. Al zit ik nu ik dit schrijf dus wel weer met dat liedje van Vincent van der Voort in mijn hoofd.

Kieft – Wim Kieft

In het boek Kieft vertelt schrijver Michel van Egmond openhartig het verhaal van voetballer Wim Kieft die jarenlang in het geheim aan verslaving leed. Dichter bij zijn gedachten kom je denk ik niet. Het boek wisselt het perspectief van Michel als interviewer en zijn observaties af met de gedachten van Wim Kieft. Hoe hij geleefd werd door de drank. De roem, het nastreven van geluk.

In dit boek moest ik persoonlijk af en toe even om alle voetbalanekdotes heen manoeuvreren (ik heb net zoveel met voetbal als met kleiduifschieten) maar de openheid van Kieft greep mij steeds weer bij de lurven.

Gordon / Najib

Ik durf het bijna niet te zeggen, maar ik ben een soort van fan. Niet persé van Gordon of Najib (sorry heren) maar wel van Marcel Langedijk. Hij schreef eerder al het boek ‘Gelukkig hebben we de foto’s nog‘ over de zelfgekozen dood van zijn broer. Toen ik zijn naam bij deze biografieën zag staan, wist ik dat ik deze boeken uit een totaal ander genre ook wilde lezen. Moest lezen. Niet zonder zou kunnen.

En dat klopt. Hoe rauw en hartverscheurend ‘Gelukkig hebben we de foto’s nog’ bij tijden was, zo openhartig en verbazingwekkend zijn deze twee boeken.

Dankzij Marcel wil je overal meer van weten. Van Gordon, van Najib, van de stratenmaker uit Sint Annaparochie (als die er komt ben ik de eerste). Daar kan ik ook niets aan doen.

En nu?

Momenteel lees ik de autobiografie van Phil Collins. Daar ben ik halverwege op zo’n 250 pagina’s en ik twijfel of ik door ga lezen. Ik lees over zijn beginjaren als beroepsmuzikant, zijn tijd bij Genesis en hoe hij van drummer een echte frontman werd. Maar ik weet stiekem net te weinig.

Arjen Lubach ligt met zijn boek ‘Stoorzender‘ ook nog op de plank. Dat hij kan schrijven weten we -denk ik- al langer dankzij boeken als Magnum, Mensen die ik ken die mijn moeder hebben gekend en IV. In Stoorzender doet hij verslag van twee jaar uit zijn eigen bestaan.

Dat zij hun boeken zelf schrijven vind ik fantastisch. (Dat maakt een autobiografie iets anders dan een biografie.)

Maar mocht ik niet zelf gaan schrijven, dan wil ik dat Marcel Langedijk of Jasper Boks dat doen. ; -)

Reacties uitgeschakeld voor De betere (auto)biografieën